32893 |
wetten met de strekel, strijken |
wetten:
wętǝ (L358p Reppel)
|
De benamingen voor het wetten met de houten strekel, het strijken. Zie verder de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 1. [JG 1a, 1b, 1d; monogr.]
I-3
|
32900 |
wetten met de wetsteen |
wetten:
węten (L358p Reppel)
|
Het scherpen van de zeis of de zicht met de wetsteen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 2. [JG 1a, 1b; add. uit: N 14, 131; N 18, 80; A 4, 28; A 14, 10; A 23, 16; monogr.]
I-3
|
33300 |
wieden, algemeen |
geden:
gē̜i̯ǝ (L358p Reppel),
plukken:
plękǝn (L358p Reppel)
|
Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b]
I-5
|
19969 |
wieg |
wieg:
samenstelling: wegeleedsje, wegeduud
weeg (L358p Reppel)
|
wieg
III-2-2
|
34574 |
wiel |
rad:
rā.t (L358p Reppel),
meervoud
rāi̯.ǝr (L358p Reppel)
|
Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.]
I-13
|
31573 |
wielband |
karreep:
karręj.p (L358p Reppel)
|
De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.]
II-11
|
24276 |
wielewaal |
goudmerel:
goud mērel (L358p Reppel),
lett. goudmerel
guidmèler (L358p Reppel)
|
wielewaal [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
20852 |
wijn |
wijn:
met sleeptoon Wi-jn op beer, geeft plezeer, mè beer op wi-jn, geeft vèèl sjagri-jn
wi-jn (L358p Reppel)
|
wijn
III-2-3
|
33524 |
wijnstok, wingerd |
druif:
drûf (L358p Reppel)
|
druif
I-7
|
24277 |
wilde eend |
eend:
èèndsj (L358p Reppel)
|
eend
III-4-1
|