e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zitten zitten: zitten (Reppel) zitten [ZND 46 (1946)] III-1-2
zo arm als ... zo arm als job: es job (Reppel) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zoethout klishout: klishuit (Reppel) kalissehout en verdikte staven van zwarte drop III-2-3
zolder zolder: zoͅldər (Reppel) zolder [ZND 27 (1938)] III-2-1
zolder boven de dorsvloer overden: īǝ.vǝr[den] (Reppel), schelf(t): [schelf(t)] (Reppel  [(*)]  ) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zoon zoon: zuun (Reppel) zoon III-2-2
zoutvat zoutvaatje: zautvèètsje (Reppel) zoutvaatje III-2-1
zuigen zuigen: zy(3)̄gə (Reppel) zuigen III-2-3
zult, preskop geperste kop: Gehakt en geperst vlees van b.v. een varkenskop  geperzde kop (Reppel), geperste hoofdkaas  gəpɛrzdə koͅp (Reppel) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] || preskop III-2-3
zuring, groente zurkel: ze.rkəl (Reppel) Zuring, zurkel als groente gekweekt [Goossens 1b (1960)] I-7