e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebit gebeet: gǝbē.t (Reppel), gebit: gebeet (Reppel), het gebeet van de auwe man is nog heilegans goot  goet gebeet (Reppel) een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog helemaal gaaf. [ZND 45 (1946)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
gebladderd geblaard: gǝblǭrt (Reppel) Gezegd van schilderwerk waarvan de verflagen blaren vertonen. [N 67, 69b; L 32, 78; monogr.] II-9
gebouw bouw: Binnekort zulle ze möt uize buiw kloar zeen Uis Zjengske wörkt nûw al joare inne buiw  buiw (Reppel), gebouw: gebouw (Reppel, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebroeders; niet gebruiken gebroers: zn van broor ook breers  gebreers (Reppel) gebroeders III-2-2
gebruik gewoonte: gewoonte (Reppel) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] III-3-2
gedenken; gedachtenis rappeleren: Fr. se rappeler  rappelère (Reppel), Fr. se rappeler Ich rappelèèr dich eraan deste good op ti-jd moos kòmme  rappelère (Reppel) doen herinneren || zich herinneren III-1-4
gedienstig gedienstig: hij is gedeenstig (Reppel) Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)] III-1-4
geduld geduld: heb tog wat geduld (Reppel), patintie: heb tog wat pesjensie (Reppel), Fr. patience Samenst. pasjentsiewerk  pasjentsie (Reppel) geduld || Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)] III-1-4
gedwee gewillig: NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??  ⁄n gewillig kint (Reppel), ook materiaal 23, 69; znd 35, 49  gewillig (Reppel) Een gewillig (gedwee) kind. [ZND 35 (1941)] || gedwee [ZND 01 (1922)] III-1-4
geelgors gele schrijver: gèle sjri-jver (Reppel) geelgors III-4-1