e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzelen ijsregenen: iesrêgenen (Reppel, ... ) ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Reppel) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak haak: hāk (Reppel) [ZND 32 (1939)] I-7
in beweging komen op gang komen: op gang komme (Reppel) In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)] III-1-2
in de doodskist leggen in de kist leggen: znd 32, 20;  in de kist leigen (Reppel, ... ), kisten: znd 32, 20;  kisten (Reppel, ... ) een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)] III-2-2
in een beek baden baden: in n biek baaijen (Reppel) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in verwachting zijn in positie: pezi-jsie (Reppel) zwanger III-2-2
ingooien (in een kuiltje) gooien: gű̄i̯ǝ (Reppel) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorbijsteken: vǝrbī.stē̜.kǝ (Reppel) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkt inkt: det is blauwe ink (Reppel) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] III-3-1