id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19634 | kolenschop | schoep: šōp (Reppel) | kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1 |
21567 | kolonel | kolonel: eine kolonel (Reppel) | Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1 |
17813 | komen | komen: kommen (Reppel) | komen [ZND 46 (1946)] III-1-2 |
33606 | komkommer | komkommer: komkommer (Reppel) | [ZND 41 (1943)] I-7 |
20005 | konijn | konijn: knein (Reppel), kni-jn (Reppel), knī.n (Reppel), pl. knin (Reppel) | konijn [ZND 42 (1943)] || konijn(tje) [Goossens 1b (1960)] III-2-1 |
21266 | koning | koning: kī[ə}niŋ (Reppel) | koning [ZND m] III-3-1 |
22518 | koning en vrouw van een kleur in een hand | heer en dame: ich h`b den hier en de dam (Reppel), ich həb hartən hier en hartədam biejein (Reppel) | Ik heb den heer en de vrouw van harten samen (bij het kaartspel). [ZND 40 (1942)] III-3-2 |
22812 | koning in het kaartspel | heer: hier (Reppel), koning: kiening (Reppel) | Koning: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)] III-3-2 |
28400 | koningin | koningin: kīǝneŋgen (Reppel) | Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6 |
19416 | kookkachel, fornuis | cuisinière (fr.): vgl. Fr. cuisinière kwizzenjèèr (Reppel), vuur: veer (Reppel) | keukenfornuis III-2-1 |