e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenschop schoep: šōp (Reppel) kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1
kolonel kolonel: eine kolonel (Reppel) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1
komen komen: kommen (Reppel) komen [ZND 46 (1946)] III-1-2
komkommer komkommer: komkommer (Reppel) [ZND 41 (1943)] I-7
konijn konijn: knein (Reppel), kni-jn (Reppel), knī.n (Reppel), pl.  knin (Reppel) konijn [ZND 42 (1943)] || konijn(tje) [Goossens 1b (1960)] III-2-1
koning koning: kī[ə}niŋ (Reppel) koning [ZND m] III-3-1
koning en vrouw van een kleur in een hand heer en dame: ich h`b den hier en de dam (Reppel), ich həb hartən hier en hartədam biejein (Reppel) Ik heb den heer en de vrouw van harten samen (bij het kaartspel). [ZND 40 (1942)] III-3-2
koning in het kaartspel heer: hier (Reppel), koning: kiening (Reppel) Koning: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)] III-3-2
koningin koningin: kīǝneŋgen (Reppel) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
kookkachel, fornuis cuisinière (fr.): vgl. Fr. cuisinière  kwizzenjèèr (Reppel), vuur: veer (Reppel) keukenfornuis III-2-1