e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverpastei pastei: pás’teͅi (Reppel) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst leverworst: lēͅ.vərwoͅrst (Reppel) leverworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer poppenschreur: pòppesjrieêr (Reppel), slecht leesbaar  poppeschrier ? (Reppel) libel, waterjuffer || waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal liberaal: het is ne liberaal (Reppel) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lid van een vereniging lid: lit van ein sosjeteit (Reppel) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje liedje: leedje (Reppel), dim.  lēṭə (Reppel) Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Liedje. [ZND m] III-3-2
liefkozen karnoffelen: zie ook knûffele  kernòffele (Reppel), moederen: Ich goan heivers, zag ¯r Ich goan nog èè bitsje mojere  mojere (Reppel) knuffelen, vrijen || lekker knuffelen III-1-4
lieveheersbeestje lieveheersbeestje: livvenhiêrsbiêsje (Reppel) lieveheersbeestje III-4-2
lijden lijden: lett. en fig.  li-je (Reppel) pijn hebben III-1-4
lijnzaadmeel lijzendmeel: lęi̯zǝtmɛ̄ǝl (Reppel) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5