e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekookte hersens hersens: Nieuwe [spelling]  herses (Reuver) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekruld haar krulhaar: krolhaor (Reuver) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: geld (Reuver) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gelderse roos sneeuwbal: WLD  sjníéjəbal (Reuver), vlier: WLD  flíèr (Reuver) Gelderse roos (viburnum opulus). Tot 3 m hoge struik; de bladeren zijn enkelvoudig en 3- tot 5-lobbig, slap en grof getand; de bloemen staan in platte tuilen, die aan de rand groot, stervormig en onvruchtbaar zijn; de middelste zijn kleiner en vruchtbaar. [N 92 (1982)] III-4-3
gele lupine filipinen: wølǝ`pīnǝ (Reuver) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele narcis paasbloem: WLD  paosbloom (Reuver) Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)] III-4-3
gele voederwortel gele moren: gē̜l mūrǝ (Reuver) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
geleider van de sponningschaaf aanslag: ānšlāx (Reuver) De smalle, soms verstelbare lat langs de zool van de sponningschaaf, die er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste breedte wordt aangehouden. Soms is er ook aan de zijkant van de sponningschaaf een blokje aangebracht dat er voor zorgt dat tijdens het schaven de juiste diepte wordt aangehouden. Het woordtype hoogteguide uit Leopoldsburg (K 317) verwijst daarnaar. [N 53, 63b] II-12
gelezen mis stille mis: sjtil mis (Reuver), sjtille mis (Reuver) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) er op lijken: d⁄r op lieke (Reuver), lijken op: lieke op (Reuver), op stalen: op sjtāālə (Reuver) aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4