e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hamer van de klepklok hamer: hamer (Reuver) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hamer voor kapwerk kaphamer: kaphāmǝr (Reuver) Hamer die door de smid gebruikt wordt om ovenstenen uit te kappen en in te passen. Zie ook het lemma "kaphamer" in Wld ii.9 en de daarbij behorende afbeelding 8. [N 33, 63] II-11
hamerbaan kop: kǫp (Reuver) Het verstaalde voorvlak van de hamerkop waarmee men op de spijkers slaat. Zie ook afb. 85. [N 53, 126g; N 53, 126c] II-12
hamerhuis steelgat: štēlgāt (Reuver) Het gat voor de hamersteel in de kop van de hamer. Zie ook afb. 85. [N 53, 126f] II-12
hamerkop kop: kǫp (Reuver) Het zwaarste gedeelte van de hamer, waarmee men op de spijkers slaat. Zie voor de verschillende onderdelen van de hamerkop ook afb. 85 en de volgende lemmata. [N 53, 126b-c] II-12
hamerpin pen: pɛn (Reuver) Het schuin aflopende deel aan één kant van de hamerkop. Zie ook afb. 85. De hamerpin wordt onder meer gebruikt om kleine spijkers in het hout te slaan. [N 53, 126d] II-12
hamersteel steel: štēl (Reuver) De, doorgaans houten, handgreep van een hamer. [N 53, 126e] II-12
hand hand: hajndj (Reuver), handj (Reuver), hant (Reuver), henj (Reuver) hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handbeschermers handleren: hantjlē̜rǝ (Reuver) Vingerloze handschoenen, uit leer of een oude binnenband vervaardigd, ter bescherming van de handen tegen het schuren bij het laden en lossen. [N 98, 159; monogr.] II-8
handboei handboei: handboej (Reuver) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1