e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liggen liggen: likken (Reuver) liggen [SGV (1914)] III-1-2
liggend dakvenster dakvenster: dākvenstǝr (Reuver), dakvenstertje: dāk˲venstǝrkǝ (Reuver) Een dakvenster is een liggend raampje op het dak dat meestal geopend kan worden en dat dient ter belichting en beluchting van de zolder, ook wel als toegang tot het dak bij bijv. reparaties of om door naar buiten te kijken. Het is meestal te klein om hooi door te laten, maar grotere vensters kunnen wel daartoe dienen (zie het lemma "hooivenster", 3.4.5). [N 4A, 45c; monogr.] I-6
liguster heg: WBD / WLD  hek (Reuver), liguster: liguster (Reuver) De liguster; een struik van 1-4 m hoogte met grauwe opgerichte takken, heeft witte bloemen en zware kogelvormige erwt-grote bessen; zeer bekend als haagplant (merekenspalm, theeboom, mondhout, heggesering). [N 82 (1981)] III-4-3
lijden doormaken: doormake (Reuver), lijden: lieje (Reuver), līējə (Reuver) een onaangename toestand verduren [lijden, onderstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
lijkbaar baar: baar (Reuver), lijkbaar: liekbaar (Reuver) De lijkbaar [liechebaar, baar]. [N 96D (1989)] III-3-3
lijkenhuisje lijkenhuisje: liekehuuske (Reuver, ... ) Het gebouwtje op of bij het kerkhof, waar de lijkbaar staat en waar men vroeger zo nodig een lijk tijdelijk onderbracht [lijkenhuisje, liek(e)huuske, dodenhuisje, doeëdehuus-je?]. [N 96A (1989)] III-3-3
lijkwagen lijkenwagen: liekewage (Reuver), lijkwagen: liekwage (Reuver) de lijkwagen [doeëdewaan] [N 96D (1989)] III-2-2
lijmknecht, sergeant klem: klɛm (Reuver), lijmklem: līmklɛm (Reuver) Houten of metalen werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. Het bestaat uit één of twee lange benen waarop twee dwarsstukken zitten die met behulp van een draadspil naar elkaar toe gedraaid kunnen worden en de te lijmen delen op deze wijze vastklemmen. Lijmknechten bestaan in verschillende uitvoeringen en afmetingen. Met de in dit lemma opgenomen benamingen worden doorgaans grotere lijmknechten aangeduid, waarbij de lengte van het been of de benen meer dan 30 cm bedraagt. Zie ook afb. 120 en 121. [N 53, 216c; N 53, 217b; N 53, 215; N G, 15; monogr.] II-12
lijmtang lijmtang: līmtaŋ (Reuver) Een kort ijzeren of houten werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. De metalen lijmtang bestaat uit een been waarop een vaste en een verschuifbare bek zijn aangebracht. De verschuifbare bek is voorzien van een draadspil met handvat waarmee de klem tegen de te lijmen delen vastgeklemd kan worden. Zie ook afb. 122. [N 53, 217a; monogr.] II-12
lijn waar het spel begint schreef: sjreef (Reuver) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] III-3-2