33273 |
lijnzaad, vlaszaad |
lijzenszaad:
lēzǝszǭt (L299p Reuver)
|
Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
31477 |
lijstenstamp |
stans:
štans (L299p Reuver)
|
Metalen toestel om lijsten in plaatmateriaal te stampen. Zie ook afb. 168. [N 33, 334]
II-11
|
20492 |
likken |
lekken:
lekke (L299p Reuver),
lekkə (L299p Reuver)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20725 |
limburgse kaas |
stinkkaas:
Nieuwe [spelling]stinkkees
sjtinkkīēs (L299p Reuver)
|
Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24486 |
linde |
linde:
linje mv (L299p Reuver),
lindeboom:
linjeboum (L299p Reuver)
|
lindeboom
III-4-3
|
24821 |
lindeblad |
lindeblad:
linjeblaad (L299p Reuver)
|
lindeblad [SGV (1914)]
III-4-3
|
21478 |
liniaal |
liniaal:
liniaal (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || liniaal [SGV (1914)]
III-3-1
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
links (L299p Reuver)
|
Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)]
III-1-2
|
22888 |
linksachter |
linkerback (<eng.):
linkerbek (L299p Reuver)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
31400 |
linkse boor |
linksboor:
leŋks˱bǭr (L299p Reuver)
|
Boorijzer waarbij de borende werking optreedt wanneer het linksom gedraaid wordt. [N 33, 158a]
II-11
|