e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begeren gaarne hebben: géér höbbə (Reuver), verlangen: verlange (Reuver), vərlàngə (Reuver) een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] || sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)] III-1-4
begerig begerig: begaerig (Reuver), begêrig (Reuver), hebberig: höbbərich (Reuver) begeerig [SGV (1914)] || sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] III-1-4
begijn begijn: begien (Reuver), begijntje: begienke (Reuver) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
beginnen te rijzen leven: (het deeg) lē̜ft (Reuver) De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.] II-1
begrafenis begrafenis: begrafenis (Reuver, ... ), bəgrāāfənis (Reuver) begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal koffietafel: koffietafel (Reuver), koffietaofel (Reuver), kôffietaofel (Reuver) Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2
begraven begraven: begrave (Reuver), bəgrāāvə (Reuver) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begrijpen: begriepe (Reuver), bəgrīēpə (Reuver), bəgrîêpə (Reuver), snappen: sjnàppə (Reuver) het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: begrip (Reuver), belul: belūl (Reuver), benul: benul (Reuver), bənul (Reuver), bezei: bəzij (Reuver), notie: notie (Reuver) besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4
beiaard carillon (fr.): kariljon (Reuver), klokkenspel: klokkesjpeel (Reuver), klokkesjpel (Reuver) Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)] III-3-2