29920 |
metselaar |
metselaar:
mɛtsǝlē̜r (L299p Reuver)
|
Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld]
II-9
|
29921 |
metselen |
metselen:
mɛtsǝlǝ (L299p Reuver)
|
Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.]
II-9
|
29996 |
metselzand |
metselzand:
mɛtsǝlzantj (L299p Reuver)
|
Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.]
II-9
|
20513 |
metworst |
braadworst:
bráóədwors (L299p Reuver),
droogworst:
druegwors (L299p Reuver)
|
metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21585 |
mevrouw |
mevrouw:
mevrouw (L299p Reuver),
vrouw:
vrouw (L299p Reuver)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
miauwen:
miauwe (L299p Reuver)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17838 |
middagdutje |
motse:
moetsə (L299p Reuver)
|
Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
motsen:
moetse (L299p Reuver)
|
middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
eten:
etə (L299p Reuver),
boeren
ètə (L299p Reuver),
fabrieksarbeiders
ète (L299p Reuver),
ètə (L299p Reuver),
middageten
aete (L299p Reuver),
middageten:
middigéətə (L299p Reuver),
midəgètə (L299p Reuver)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 13 uur 30 [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
17668 |
middelvinger |
middelste vinger:
middelste vinger (L299p Reuver),
middenvinger:
middəvingər (L299p Reuver)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|