33218 |
op een hoop gooien |
op een hoop doen:
ǫp ęi̯nǝ hǫu̯p dōn (L299p Reuver),
op een hoop schudden:
ǫp ęi̯nǝ hǫu̯p šødǝ (L299p Reuver)
|
Het uitstorten van de aardappelen in de kuil. [N 12, 29; monogr.]
I-5
|
29091 |
op een steeltje zetten |
knoop met een hals aannaaien:
knǫwp met ęjnǝ hals ānnɛjǝ (L299p Reuver)
|
De knoop op een steeltje zetten. Men moet de knoop niet plat aannaaien, doch men dient een afstand tussen knoop en stof van ± 1/2 - 1 cm te houden. Hierdoor wringt de knoopt niet en wordt er ruimte voor de stofdikte opengelaten. [N 59, 136]
II-7
|
17934 |
op een sukkeldrafje lopen |
draven:
drave (L299p Reuver)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
28716 |
op karwei gaan |
kleder maken bij de klant thuis:
klęjǝr mākǝ bi dǝ klant tūs (L299p Reuver)
|
Het maken van kleding bij de klant aan huis. [N 59, 200]
II-7
|
21197 |
op reis gaan |
op reis zijn:
op reis zin (L299p Reuver)
|
op reis gegaan zijn [te mantij zijn] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23675 |
op retraite gaan |
op retraite (fr.) gaan:
op retraite gaon (L299p Reuver),
retraite (fr.) gaan:
retraite gaon (L299p Reuver)
|
In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22368 |
op stelten lopen |
op stelten lopen:
op sjtelte loupe (L299p Reuver),
stelten:
sjtelte (L299p Reuver)
|
Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)]
III-3-2
|
25653 |
opbakken |
opstomen:
opštōmǝ (L299p Reuver)
|
In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.]
II-1
|
17913 |
opbergen |
opbergen:
opberge (L299p Reuver)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|
25581 |
opbollen |
opbollen:
opbǫlǝ (L299p Reuver)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|