24531 |
plant (alg.) |
plant:
plantj (L299p Reuver)
|
plant
III-4-3
|
24627 |
plantenstek |
stek:
sjtek (L299p Reuver),
WBD / WLD
sjtèk (L299p Reuver)
|
Afgesneden takje dat men in de grond zet om er een nieuwe plant uit te laten groeien (stek, poot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
26728 |
plas of meertje midden in de hei |
ven:
ven (L299p Reuver),
wijer:
wi-jǝr (L299p Reuver)
|
N 27, 23a vroeg naar ''plas of meertje midden in de hei''; I, 19 vroeg naar ''plassen, gevormd na afgraving van de turf''; 11, 10 vroeg naar ''watergat, veenkuil'' en II, 11 naar een ''plas, vooral een halfdichtgegroeide veenplas''. Al deze vragen zijn in dit lemma versmolten. [N 27, 23a; I, 19; II, 10; II, 11]
II-4
|
17912 |
plassen (met water) |
knoeien:
knōēje (L299p Reuver)
|
knoeien met water, in t water plassen [klosse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24667 |
plataan |
plataan:
plataan (L299p Reuver)
|
De plataan; van deze boom schilfert de schors in plaen af waardoor de nieuwe geelgroene bast zichtbaar wordt; de boom heeft langgesteelde vruchten (plataan, plantaan, plom, plon, plen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
29080 |
platstuk |
platstuk:
platštø̜k (L299p Reuver)
|
Beide schouderstukken van een kiel, hemd of colbert die achter aan elkaar genaaid zijn; een schouderpas dus, bestaande uit twee stukken. [N 59, 91; N 62, 33; N 59, 87]
II-7
|
31382 |
platte vijl |
platte handvijl:
platǝ hantj˲vīl (L299p Reuver)
|
Vijl met een blad dat aan beide zijden plat is en dat van arend tot punt smaller uitloopt. Er bestaan ook uitvoeringen van de platte vijl waarbij het blad over de hele lengte bijna dezelfde breedte houdt. Zie ook het lemma "blokvijl". Het blad van de platte vijl kan enkel of dubbel gekapt zijn. De platte vijl wordt vooral gebruikt voor het vijlen van vlak materiaal. Zie ook afb. 99. [N 33, 103; N 64, 53b]
II-11
|
19417 |
plattebuiskachel |
stoof:
sjtoof (L299p Reuver)
|
Lange kookkachel met langwerpige platte buis en zichtbare pot (boerenkachel, leuvense kachel, platte buis (kachel) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23528 |
plechtig |
pontificaal:
pontifikaal (L299p Reuver)
|
Plechtig, feestelijk [faierlich?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24009 |
plechtige communie |
plechtige communie (<lat.):
plechtige kemuunie (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
De Plechtige H.Communie + hernieuwing van de doopbeloften. [N 96D (1989)]
III-3-3
|