e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
preuts kwezel, een -: kwezəl (Reuver), preuts: preuts (Reuver) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
priem els: ɛls (Reuver), priem: prim (Reuver, ... ) Een puntig werktuig van been dat wordt gebruikt voor het maken van de ronde gaatjes die nodig zijn voor nestelgaatjes of kleermakersknoopsgaten. Ook verwijdert men hiermee rijgsteken. Zie afb. 14. [N 59, 31; monogr.] || Spits stalen werktuig met een houten handvat dat dient om gaatjes in het hout te steken op plaatsen waar een spijker of schroef moet worden bevestigd. Zie ook afb. 93. De priem wordt door de klompenmaker gebruikt om er koppelgaatjes mee te maken in de zijkant van klompen. Zie ook het lemma ɛkoppelgaatjeɛ in de paragraaf over de vaktaal van de klompenmaker.' [N 53, 183b; N 97, 110a; A 32, 2; monogr.] II-12, II-7
priester geestelijke: geiselek (Reuver), priester: preester (Reuver), priester (Reuver) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] || priester [SGV (1914)] III-3-3
priester gewijd worden gewijd worden: gewied wère (Reuver), priester gewijd worden: priester gewied waere (Reuver) Priester gewijd worden. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterfeest feest: fieês (Reuver), priesterfeest: priesterfieës (Reuver) Een priesterfeest. [N 96D (1989)] III-3-3
priesterkoor priesterkoor: priesterkoeer (Reuver), priesterkoer (Reuver) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
priesterwijding priesterwijding: priesterwieing (Reuver), wijding: wieêing (Reuver) De Priesterwijding. [N 96D (1989)] III-3-3
prikkeldraad pindraad: pendrǭt (Reuver), puntdraad: pøndrǭt (Reuver) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: dop (Reuver) tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
proberen bekijken: bákīēkə (Reuver), proberen: perbere (Reuver) een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] III-1-4