e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronken aansteller (zn.): āānsjtéllər (Reuver), opmaken: zich opmake (Reuver), pronken: prŏŏnken (Reuver, ... ) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
pronkveer op een hoed veer: vaer (Reuver) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proosten klinken: klinke (Reuver) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prop prop: prop (Reuver) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
proppenschieter klaptoet: klaptoeët (Reuver) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
prostituée hoer: hoer (Reuver), hōēr (Reuver) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
pruik pruik: pruuk (Reuver) kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] III-1-3
pruilmond pruilmond: prūūlmòndj (Reuver) een mond die men trekt als men pruilt [zie vr.199] [pruilmond, troesmond] [N 85 (1981)] III-1-4
pruim blauwe pruim: blou proeme (Reuver) I-7
pruimen pruimen: proeme (Reuver), prôêmə (Reuver) pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] III-2-3