31232 |
blaasbalgtrekker |
trekketting met handvat:
trękkęteŋ męt hantj˲vat (L299p Reuver)
|
De ketting waarmee de smidsblaasbalg via een hefboom en trekstangen in beweging wordt gebracht. [N 33, 13]
II-11
|
18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
blaosôntsjtééking (L299p Reuver),
ontsteking aan de blaas:
ontsjtaeking aan de blaos (L299p Reuver)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blaad (L299p Reuver)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
19402 |
blad van een lepel |
scheplepel:
sjuplaepel (L299p Reuver)
|
Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (L299p Reuver),
blader:
blāi̯ǝr (L299p Reuver),
blār (L299p Reuver),
bladeren:
blāi̯ǝrǝ(n) (L299p Reuver)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24718 |
bladerloze boom |
kaal:
WBD / WLD
kaal (L299p Reuver)
|
Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21835 |
bladzijde |
blad:
blāāt (L299p Reuver),
bladzijde:
bladzij (L299p Reuver)
|
ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19978 |
blaffen |
blaffen:
blaffe (L299p Reuver),
blaffen (L299p Reuver),
kaffen:
kaffen (L299p Reuver)
|
blaffen [SGV (1914)] || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
19458 |
blaker |
blaker:
blaoker (L299p Reuver)
|
Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24363 |
blankvoorn, voorn |
voorn:
vaore (L299p Reuver),
WLD
vaorə (L299p Reuver)
|
Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)]
III-4-2
|