31863 |
tegen de draad in schaven |
tegen de draad schaven:
tē̜gǝ dǝ drǭt šāvǝ (L299p Reuver)
|
Tegen de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 115]
II-12
|
21884 |
tegenvaller |
strop:
sjtrop (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
31983 |
tekenaar |
tekenaar:
tęjkǝnē̜r (L299p Reuver)
|
De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c]
II-12
|
31982 |
tekenen |
een tekening maken:
ǝn tęjkǝneŋ mākǝ (L299p Reuver),
tekenen:
tęjkǝnǝ (L299p Reuver)
|
ksitęjkǝnǝ L 271; een constructietekening maken: ęjn kǫnštrøksitęjkǝne [N 53, 205a]
II-12
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
telefoon (L299p Reuver),
teləfoon (L299p Reuver)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21211 |
telefooncel |
cel:
sèl (L299p Reuver),
telefooncel:
telefooncel (L299p Reuver)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (L299p Reuver),
tillegram (L299p Reuver)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
trekken:
trękǝ (L299p Reuver),
zetten:
zetǝ (L299p Reuver)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
18840 |
teleurgesteld (worden) |
bedonderd:
bədōndərt (L299p Reuver),
bedrogen:
bədraogə (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
sneu:
sjnuu (L299p Reuver),
sjnūū (L299p Reuver)
|
in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18984 |
teleurstellen |
tegenvallen:
taengevalle (L299p Reuver)
|
niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|