e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breuk breuk: breuk (Reuver) breuk [SGV (1914)] III-1-2
breukeling breukeling: brø̄̄kǝleŋ (Reuver) Mislukte pan, pan van tweede soort. [monogr.] II-8
breuklijn breuk: brø̄k (Reuver) De lijn waarlangs een omvallende kraag dubbel valt. [N 59, 123c] II-7
brevier brevier (<lat.): breveer (Reuver) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: breef (Reuver) brief [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaart (Reuver) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briket briket: briket (Reuver) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] III-2-1
broeden bedenken: bədách (Reuver), uitbroeden: oetbreuje (Reuver) ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)] III-1-4
broeden, op eieren zitten broeden: brø̄i̯ǝ (Reuver), brø̄i̯ǝn (Reuver) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Reuver) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12