18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjagrein (L299p Reuver),
sjegring (L299p Reuver),
knagend:
knáógənt (L299p Reuver)
|
chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
sokkerij:
sokrei (L299p Reuver),
sókkerei (L299p Reuver),
suikerij:
sokrei (L299p Reuver),
sókkerei (L299p Reuver),
(o kort)
sookerei (L299p Reuver)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
circus:
circus (L299p Reuver),
cirque (fr.):
sirk (L299p Reuver)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
cirkel (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
kring:
kringk (L299p Reuver),
krink (L299p Reuver, ...
L299p Reuver,
L299p Reuver),
ring:
ringk (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
rink (L299p Reuver)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
31773 |
cirkelzaagmachine |
cirkelzaag:
serkǝlzāx (L299p Reuver)
|
Zaagmachine met een cirkelvormig zaagblad. Het zaagblad is verticaal op een as onder de zaagtafel bevestigd en steekt er door een gleuf gedeeltelijk bovenuit. [N 53, 17; monogr.]
II-12
|
24406 |
cocon |
pop:
pop (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
WLD
póp (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18522 |
colbert met twee rijen knopen |
tweerijer:
twiëeriejer (L299p Reuver)
|
een colbert met twee rijen knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18521 |
colbert met één rij knopen |
eenrijer:
einriejer (L299p Reuver)
|
een colbert met een rij knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (L299p Reuver, ...
L299p Reuver,
L299p Reuver)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || het colbert [N 59 (1973)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|