33451 |
deurtje in een poortvleugel |
schuurdeurtje:
šȳrdø̄rkǝ (L299p Reuver)
|
Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d]
I-6
|
21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
deurwaarder (L299p Reuver)
|
de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18035 |
diarree |
diarree:
diarree (L299p Reuver),
dunne, de -:
dunnə (L299p Reuver),
loperij:
loupərīē (L299p Reuver),
schijt:
sjīēt (L299p Reuver)
|
Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
32078 |
dichtstoppen |
stoppen:
štǫpǝ (L299p Reuver)
|
Naden, gaten en spijkergaten opvullen met stopsel, stopsteen, stopwas of met stopverf. [N 53, 235a]
II-12
|
21310 |
dief |
dief:
deef (L299p Reuver)
|
dief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19807 |
dienblad |
dienblad:
dēnblāt (L299p Reuver),
presenteerblad:
prəzɛntērblāt (L299p Reuver)
|
dienblad [DC 27 (1955)]
III-2-1
|
19080 |
dienst |
dienst:
deenst (L299p Reuver)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
23797 |
dienst van goede vrijdag |
houteren mis:
holtere mis (L299p Reuver)
|
De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21753 |
dienstplicht doen |
dienen:
deene (L299p Reuver)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21756 |
dienstplicht moeten doen |
opmoeten:
opmótte (L299p Reuver)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|