e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diep diep: dēp (Reuver) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dier, beest beestje: biësje (Reuver), dier: deer (Reuver) beest || dier [SGV (1914)] III-4-2
dij bovenbeen: baovebèjn (Reuver), dij: dei̯ (Reuver), diejen (Reuver) dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1
dijk dijk: dīēk (Reuver) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1
dik worden dijen: dijê (Reuver) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke boterham dikke boterham: Nieuwe [spelling]  dieke botram (Reuver) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke neus dikke neus: dieke naas (Reuver), kokker: kāōkər (Reuver) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dikke snee brood dikke snede: Nieuwe [spelling]  dieke sneej (Reuver) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke wollen sjaal dikke das: dieke das (Reuver) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3
dikke, warme mantel dikke overjas: dieke euverjas (Reuver), mantel: eine damesmajntel (Reuver), eine damesmantjel (Reuver), mantjel (Reuver) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] || een lange dikke overjas [N 59 (1973)] || een warme damesjas [N 59 (1973)] III-1-3