18202 |
spijkerbroek |
jeans:
jeans (Q175p Riemst),
jeansbroek:
jeansbroek (Q175p Riemst)
|
Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18203 |
spijkerjas |
jeansjas:
jeans jas (Q175p Riemst),
jeansjasje:
jeans jeske (Q175p Riemst)
|
Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18204 |
spijkerpak |
jeanskostuum:
jeans kestum (Q175p Riemst)
|
Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
33133 |
spikken |
spikken:
spikǝ (Q175p Riemst)
|
Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
20121 |
spinnen |
ronken:
ro.ŋkə (Q175p Riemst)
|
spinnen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
34582 |
sporten |
sproten:
spruǝ.tǝ (Q175p Riemst)
|
De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b]
I-13
|
17818 |
springen |
springen:
springe (Q175p Riemst)
|
springen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
21007 |
spruiten |
spruitjes:
sprøtjəs (Q175p Riemst)
|
spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)]
III-2-3
|
33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
sprōtə (Q175p Riemst)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
20125 |
staart |
staart:
stat (Q175p Riemst, ...
Q175p Riemst,
Q175p Riemst)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]Zie afbeelding 2. [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-12, I-9
|