e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q175p plaats=Riemst

Overzicht

Gevonden: 1310
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oogststapel in de schuur berm: bɛ̄.rǝm (Riemst) De stapel van graanschoven die men in de schuur vormt, vooral in de tasruimte naast de dorsvloer, maar ook wel op een zolder (vooral bij kleine bedrijven), en ook wel van toepassing op de hooioogst. Veel benamingen van de stapel bevatten de naam van het geoogste gewas en/of geven aan waaruit de stapel bestaat. Vergelijk ook het lemma "graan stapelen in de schuur" (aflevering I.4, lemma 5.1.11). In de toelichting bij het lemma "tasruimte naast de dorsvloer" (3.3.2) is al gewezen op de metonymische verbanden tussen de twee groepen benamingen. De benamingen van de stapel worden gebruikt om de ruimte waarin gestapeld wordt aan te duiden. Interessant is hier het voorkomen van de benamingen gebont en verbont; het is een geval van doorgezette metonymie: de naam van de begrenzing is overgegaan op de ruimte (i.c. de tasruimte) en deze weer op hetgeen die ruimte bevat: de oogststapel. Daarna volgen in het lemma nog een aantal (bijna-)hapaxen die kennelijk van minder belang zijn. [N 5A, 69b; N 5, 82, 84 en 85; N 15, 49a; N C, 5b; JG 1a, 1b en 2c; L B2, 292; monogr.] I-6
ooievaar ooievaar: o.iəva.r (Riemst) ooievaar [ZND 48 (1954)] III-4-1
oom nonk: noonk (Riemst), nóónk (Riemst) hoe heet de broeder van uw vader of moeder? [ZND 48 (1954)] || oom [ZND 11 (1925)] III-2-2
oor oor: ōr (Riemst) Zie afbeelding 2.1. [JG 1a, 1b] I-9
oorknop oorknop: oorknoep ? (Riemst) Oorknop. Sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 114 (2002)] III-1-3
oorring oorbel: oorbel (Riemst) Oorring. Zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 114 (2002)] III-1-3
oot vlughaver: -  vlŏxho:.vər (Riemst) oot [wilde haver] [ZND 49 (1958)] III-4-3
oot, wilde haver vlughaver: vlø̄ghāvǝr (Riemst) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart gaan: ver gwein bjoved (Riemst) We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de loop gaan op de loop gaan: op te lêûp gwê (Riemst) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] III-1-2