e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

Gevonden: 1758
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
links, linkshandig links: links (Rijkhoven) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linkshandig persoon slinke, een -: ne slinke (Rijkhoven) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linnen, linnengoed lijwaad: levǝt (Rijkhoven), linnen: lenǝ (Rijkhoven) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lintwormen lintwormen: lentwourm (Rijkhoven) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: lintwormen? [N 93 (1983)] III-3-2
lip lip: lip (Rijkhoven, ... ), lippen (Rijkhoven, ... ) lip [RND] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lip van een hoefijzer lip: lip (Rijkhoven) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11
lis (alg.) lis: lesch (Rijkhoven) lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
litteken lijnteken: lientteeken (Rijkhoven) een litteken [ZND 37 (1941)] III-1-2
loeien van de koe in het algemeen blaken: blǭkǝ (Rijkhoven) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeren lonken: Bet: op zij uit loeren.  lonke (Rijkhoven) lonken (uitspraak en betekenis) [ZND 37 (1941)] III-1-1