e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paren van de duiven paren: pouren (Rijkhoven), pōͅ:rə (Rijkhoven) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] || Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
pas kunnen vliegen juist het dak op gaan: a jonk wo jus het dook op geet (Rijkhoven) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pastinaak pastenaken: pastenouken (Rijkhoven) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): pəsto:r (Rijkhoven) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ:tər (Rijkhoven) pater [RND] III-3-3
peen, wortel wortelen: wottele (Rijkhoven) I-7
persoon die zorgt voor verdwaalde duiven opvanger: opvanger (Rijkhoven) Hoe heet de persoon die zorgt voor verdwaalde duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
persoon met een lastig karakter geen gemakkelijke: `t es gènne gemèkeleke (Rijkhoven) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
perzikkruid wilweie: wilwɛ̄ (Rijkhoven) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet: algemeen klak: klak (Rijkhoven) pet, muts, klak [RND] III-1-3