20692 |
gehakt |
gemalen vlees:
gemoulen vleisch (Q168a Rijkhoven)
|
gehakt vlees [ZND 35 (1941)]
III-2-3
|
17621 |
gehemelte |
gehemelte:
gehiemelte (Q168a Rijkhoven)
|
het gehemelte van de mond [ZND 35 (1941)]
III-1-1
|
21317 |
gehucht |
gehucht:
gehuech (Q168a Rijkhoven)
|
gehucht [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
27539 |
geit |
geit:
gē.t (Q168a Rijkhoven)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
33401 |
geitestal |
geitestal:
gētǝ[stal] (Q168a Rijkhoven)
|
De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.]
I-6
|
22173 |
gekleurde top van de slagpen |
top:
toep van de pen (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): gekleurde top (7) [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24483 |
geknotte wilg |
wijde:
wij (Q168a Rijkhoven, ...
Q168a Rijkhoven)
|
knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
17580 |
gekruld haar |
krullen:
krollen (Q168a Rijkhoven)
|
hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
geld:
de moes geld hemme vor te betoulen (Q168a Rijkhoven),
geͅlt (Q168a Rijkhoven),
ich ben méé geld kwīét (Q168a Rijkhoven),
xaeld (Q168a Rijkhoven),
de Franse é
ich bin me geld kwét (Q168a Rijkhoven)
|
geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
22100 |
geld inzetten |
inzetten:
geld zette (Q168a Rijkhoven)
|
geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|