20346 |
grootmoeder |
grootmam:
greutmam (Q168a Rijkhoven),
grootmoe:
kindertaal
greutmoe (Q168a Rijkhoven),
grootmoeder:
kindertaal
greutmoeder (Q168a Rijkhoven),
oudma:
ama (Q168a Rijkhoven)
|
grootmoeder [ZND 35 (1941)] || grootmoeder (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
20288 |
grootvader |
ate:
cf. Middelnederlandsch Handwoordenboek (Verdam) s.v. "Ate"= vader
ata (Q168a Rijkhoven),
grootvader:
kindertaal
grootvouder (Q168a Rijkhoven)
|
grootvader [ZND 35 (1941)] || grootvader (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
22056 |
grote duiventeek |
tiks (mv.?):
tikés (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
korf met vakjes:
korf met vakskes (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
dobbele korf (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
transportkorf:
transportkorf (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21508 |
grove stem |
grove stem:
⁄n graof stum (Q168a Rijkhoven)
|
grove stem [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19103 |
guit, schalk |
deugniet:
djeugeniet (Q168a Rijkhoven)
|
guit (grappenmaker) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
geule (Q168a Rijkhoven)
|
gulden [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
23267 |
gulden mis |
gulden mis:
de geule mes (Q168a Rijkhoven)
|
Gulden mis (op Quatertemper woensdag in de advent). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|