e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

Gevonden: 1758
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kibbelen deinen: ze zin wier oan ⁄t danen (Rijkhoven) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kiel kiel: kiel (Rijkhoven) kiel (kledingstuk voor mannen) [ZND 27 (1938)] III-1-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen kijnen: kɛ̄nǝ (Rijkhoven), schieten: šȳtǝ (Rijkhoven) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kien! halt?: hoolt (Rijkhoven), kien: kin (Rijkhoven) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] III-3-2
kienen kienen: kinnen (Rijkhoven) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)] III-3-2
kies dikke tand: ene gewoone dikke tant (Rijkhoven), nen dikken tand (Rijkhoven, ... ) een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een gewone dikke tand [ZND 29 (1938)] III-1-1
kieskauwer kisperbek: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kisperbek (Rijkhoven) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kikker kwakvors: kwɛkfruu̯s (Rijkhoven) kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril kwakvrosseneieren: kwakfroͅsənē.r (Rijkhoven) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)eieren, eitjes: kwakfroͅsənē.r (Rijkhoven) kikkerrit [RND] III-4-2