17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfroemele (Q158p Riksingen)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
verdraaid liggen:
verdraaid liggen (Q158p Riksingen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18001 |
verkillen |
killen:
mən vyt kölle (Q158p Riksingen)
|
mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|
18002 |
verkleumd |
stijf:
stijf (Q158p Riksingen)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich bin verkad (Q158p Riksingen)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
ich heub eine kaa op de bos (Q158p Riksingen),
jie zult eine kaa pakke (Q158p Riksingen)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
34165 |
verlopen |
herlopen:
(de koe is) hęrlōpǝ (Q158p Riksingen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
20644 |
verschalen |
verschalen:
vəršou̯lə (Q158p Riksingen)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
34233 |
verse koe |
eersteling:
josliŋ (Q158p Riksingen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
voile (fr.):
vōəl (Q158p Riksingen, ...
Q158p Riksingen)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|