18621 |
zwarte muts? |
goede muts:
gūi møts (Q158p Riksingen)
|
muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33995 |
zweep |
smet:
smęt (Q158p Riksingen)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
21511 |
zweren |
zijn eed doen op:
ich wil mijne eed trop dun (Q158p Riksingen)
|
Ik wil er een (of mijn) eed op doen [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
18045 |
zweren, etteren |
zweren:
dij won zal zweiren (Q158p Riksingen)
|
Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
21456 |
één frank |
frank:
den entree is ⁄ne frank (Q158p Riksingen)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|