e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cichorei suikerij: sukərej (Riksingen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  sukərej (Riksingen) cichorei [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] I-7, III-2-3
colbertjasje paletot (fr.): palto (Riksingen, ... ) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
daas (tabanidae) bloedzuiker: blūtzoͅəkər (Riksingen), paardsvlieg: ook ZND 1u, 30  pø͂ͅtsvlix (Riksingen) daas, paardenvlieg [ZND 01 (1922)] || paardenbloedzuiger, algemeen voorkomend in sloten, geen bloed zuigend [N 26 (1964)] III-4-2
dak dak: dák (Riksingen) Het gehele samenstel dat de bedekking vormt van een huis of gebouw. Het bestaat uit een kap die wordt afgedekt met pannen, leien, zink, ijzer, stro of riet en die rust op de muurplaat of balklaag. Men onderscheidt verschillende dakvormen. Zie ook de volgende lemmata. [S 6; L 1a-m; L 8, 66; L 12, 9; L A2, 500; N 32, 43a; monogr.; Vld.] II-9
dakgoot kandel: kē̜njǝl (Riksingen) Zie kaart. Horizontaal afvoerkanaal dat onder een dakrand wordt aangebracht om het van het dak stromende regenwater af te voeren, hetzij onmiddellijk via een spuier, hetzij door een in de aardbodem uitmondende gootpijp. Met de term 'Keulse goot' (L 387) wordt een goot aangeduid die niet buiten het muurvlak uitsteekt, maar op de muurplaat rust. In S 11 en L 1 a-m werd in het algemeen gevraagd naar ø̄gootø̄. In dit lemma zijn uit dit materiaal alleen die antwoorden opgenomen, waarbij door de invuller werd vermeld dat het specifiek de benaming voor een dakgoot betrof. [N 64, 148a; N 54, 185a; L 24, 23a; L B1, 159a; R 14, 23j2; monogr.; Vld; div.; S 11; L 1a-m] II-9
dal, vallei laagte: leigde (Riksingen) laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] III-4-4
damesblouse basquine (fr.): baskin (Riksingen) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
dameshoed? hoed: hūət (Riksingen) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameslaars vrouwenbot: vrōwəbot (Riksingen) vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)] III-1-3
damesmantel mantel: māntəl (Riksingen, ... ) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3