e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dreef dreef: dref (Riksingen) een lange dreef [ZND 23 (1937)] III-3-1
driespeen maar drie demen: męr drē̜ dø̄mǝ (Riksingen) Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Sommige woordtypen kunnen duiden op een koe die een uier met drie spenen heeft. [N 3A, 117] I-11
driesteek drietuit: drēͅtōt (Riksingen) steek, hoed waarvan de (gedeeltelijke opgeslagen) luifel drie hoeken vertoont (bijv. een bepaalde priesterhoed) [drieteut, drietip, drejtik, tööt] [N 25 (1964)] III-1-3
driftig kwaad: kood (Riksingen) driftig [ZND 23 (1937)] III-1-4
drijftol dop: doͅp (Riksingen) Drijftol (tol, die met de zweep wordt voortgedreven). [ZND 01u (1924)] III-3-2
dringen dringen: drenge (Riksingen) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkglas glas: glauəs (Riksingen) glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droesem moer: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  moer (Riksingen) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
droge koe muntige: møntegǝ (Riksingen) Koe die geen melk meer geeft maar toch niet drachtig is. [N 3A, 73] I-11
droge plekken in moeras springbron: spręŋbu̯ōn (Riksingen) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8