e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gerieflijk gerieflijk: e⁄ gerieflek haus (Riksingen) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4
geronnen melk doorgeroomde melk: dørgǝrǫmdǝ mɛlǝk (Riksingen) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11
gerst gerst: gā.s (Riksingen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: gaastebier (Riksingen) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geruite jurk ruitjeskleed: røutšəsklējt (Riksingen) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geslachtsrijpe koe tweejarige: twējøregǝ (Riksingen) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Riksingen) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesp gesp: ən geps (Riksingen) gesp [ZND 01u (1924)] III-1-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen dam: dām (Riksingen) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven hemd gestijfseld hemd: ē gəstessəlt hömə (Riksingen) een gesteven hemd [ZND 07 (1924)] III-1-3