e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glijden sleuren: slørə (Riksingen), slø͂ͅrə (Riksingen) hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] || slieren (op het ijs glijden zonder schaatsen) [ZND 06 (1924)] III-1-2
glimworm vuurmade: ook ZND 01u, 072; ZND BrB2, 299  vy(3)̄rmoͅjə (Riksingen) glimworm [ZND 01 (1922)] III-4-2
goed liggen goed liggen: goed liggen (Riksingen) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goede kamer, ontvangkamer kamer: kōͅmər (Riksingen) ontvangkamer [ZND 12 (1926)] III-2-1
goede vleeskoe felgebouwde koe: fɛlgǝbōu̯dǝ kū (Riksingen) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11
goedkoop goedkoop: d as goeie koop (Riksingen) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: beste koop (Riksingen) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoper beterkoop: beiterkoop (Riksingen) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak arm schaap: ook materiaal znd 24, 22  erm choaf (Riksingen) goedzak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gooien gooien: gooien (Riksingen, ... ), gōjə (Riksingen) gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)] III-1-2