17742 |
proeven |
keuren:
koare (Q117b Rimburg, ...
Q117b Rimburg),
kōēre (Q117b Rimburg),
proeven:
preuve (Q117b Rimburg),
pröve (Q117b Rimburg, ...
Q117b Rimburg)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
22310 |
proppenschieter |
knalbus:
knalbus (Q117b Rimburg)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
20568 |
pruimen |
sjieken:
sjieke (Q117b Rimburg)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21354 |
pruis |
pruis:
Pruus (Q117b Rimburg)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruisen:
Pruusse (Q117b Rimburg)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
30687 |
puimsteen |
bimssteen:
bempsštē (Q117b Rimburg)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|
18110 |
puistjes |
pukkeltjes:
pukkelkes (Q117b Rimburg),
uitslag:
oetslaag (Q117b Rimburg)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
25014 |
punt, stip |
punt:
punt van de nold (Q117b Rimburg),
(meetk.).
ponk (Q117b Rimburg)
|
punt [SGV (1914)]
III-4-4
|
24227 |
putter |
distelvink:
distelvink (Q117b Rimburg, ...
Q117b Rimburg)
|
putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|