e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stofblik schep: šɛp (Rimburg) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] III-2-1
stokvis stokvis: stokvusj (Rimburg) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stomverbaasd verstomd: versjtomd (Rimburg) verstomd [SGV (1914)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: sjtoof (Rimburg) stoof [SGV (1914)] III-2-1
stoomboot dampschip: dampsjéèp (Rimburg) stoomboot [SGV (1914)] III-3-1
stop voor fles of kruik stop: sjtop (Rimburg) stop [SGV (1914)] III-2-1
stoppels stoppelen: stopǝlǝ (Rimburg), štǫpǝlǝ (Rimburg) De stompjes halm die na het maaien op het veld overblijven en later worden ondergeploegd. Opvallend polymorfe meervoudsvorming. [N 6, 7; N 15, 52; JG 1a, 1b; L 7, 53; L 15, 23; Wi 51; monogr.] I-4
stoten stoten: sjtutte (Rimburg) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stoven stoven: sjtove (Rimburg), sudderen: sudduru (Rimburg) stoven (ww.) [SGV (1914)] || stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straat straat: sjtroat (Rimburg) straat [DC 02 (1932)] III-3-1