e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jak jak: jak (Rimburg) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers jaloers: sjaloes (Rimburg) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jam gelei: sjelei (Rimburg) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer jammer: het is jammer (Rimburg), spijtig: ⁄t is spietzig (Rimburg), zonde: ⁄t is zung (Rimburg) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarig zijn geburtstag (du.) hebben: er hat jeboertstāg (Rimburg) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jas: algemeen jas: jas (Rimburg), jes (Rimburg) jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jeuk jeuk: juuk (Rimburg, ... ) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: t begint te juuke (Rimburg) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht jicht: jicht (Rimburg) jicht [SGV (1914)] III-1-2
joden joden: jüdde (Rimburg) joden [SGV (1914)] III-3-3