e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juffrouw freule: peuple  vreule (Rimburg) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kaak kaak: kāk (Rimburg) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: de raake (Rimburg) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd bij hem gaat de maan op: bey deem geeht der mond op (Rimburg), kale bolles: inne kale bulles (Rimburg), kletskop: inne kletskop (Rimburg) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kȳǝm (Rimburg) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krêpkes (Rimburg) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaardenbol krats: kratse (Rimburg, ... ) kaarddistel [SGV (1914)] || kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [SGV (1914)] I-7, III-4-3
kaas kaas: kiès (Rimburg) kaas [SGV (1914)] III-2-3
kachel, stoof kachel: kaxəl (Rimburg) kachel [SGV (1914)] III-2-1
kachels zwarten potloden: pǫtluǝjǝ (Rimburg) Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.] II-11