e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rimburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilderen, verven aanstrijken: āštrīkǝ (Rimburg), verven: vɛrvǝ (Rimburg) Het oppervlak van voorwerpen ter conservering en kleurgeving bedekken met verf. [S 39; N 67, 64a; monogr.] II-9
schilderij beeld: bild (Rimburg), e sjönn bild (Rimburg) schilderij [SGV (1914)] || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)] III-3-2
schimmel schimmel: šømǝl (Rimburg) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9
schimmel (plantje) schimmel: sjummel (Rimburg) schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schip schip: sjièp (Rimburg) schip [SGV (1914)] III-3-1
schoen: algemeen schoen: sjoon (Rimburg) schoen [SGV (1914)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schoon (Rimburg, ... ), sjoon (Rimburg) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schokschouderen de schouders ophalen: de schouwer ophoale (Rimburg) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
scholekster scholekster: sjulester (Rimburg) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel schokkel: sjokkel (Rimburg) schommel [SGV (1914)] III-3-2