e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rimburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen schuw: sjui (Rimburg), verlegen: verlêge (Rimburg) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: verleeze (Rimburg, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen kapot maken: kapot make (Rimburg) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verschaald verschaald: versjaald (Rimburg) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verstandig verstandig: verständig (Rimburg) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstellen stukkeren: štøkǝrǝ (Rimburg) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen koekverbergen: koekverberge (Rimburg) schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstøke (Rimburg), verstøkt (Rimburg) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
vest kamizool (<fr.): kamezoal (Rimburg) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
vieruursboterham koffiedrinken, het -: koffie drinke (Rimburg), vierurens-caf, de -: veeroereskaffe (Rimburg) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3