e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderwolk donderkop: Nb. idem zie toelichting bij vraag 6!!  donder^kop (Roermond), donderkoppen: donderkoppen (Roermond), donderköp (Roermond), dònderköp (Roermond), dónderköp (Roermond, ... ) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: de donder (Roermond), de dònder (Roermond), de dónde (Roermond), de dónder (Roermond), donder (Roermond, ... ), (znw.)  dóndər (Roermond), hommel: den hómmel (Roermond), hommel (Roermond, ... ) donder [N 22 (1963)] || onweer [N 22 (1963)] III-4-4
donker worden, duisteren donker worden: dōnkər wéérə (Roermond), duister worden: duuster waire (Roermond) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx donker: donker (Roermond, ... ), dōnkər (Roermond), dónker (Roermond, ... ), duister: duuster (Roermond, ... ), dūūster (Roermond) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
donkerbruine koe vale koe: vāl [koe] (Roermond) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren nesthaar: neshaor (Roermond, ... ), nēshao.rə (Roermond) donshaar || het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: dood (Roermond, ... ), doot (Roermond), dōt (Roermond), dôot (Roermond), met lengteteken op de o  dód (Roermond) dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zn.) dood: dood (Roermond, ... ), end: inj (Roermond) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodlopende weg dode weg: dooie waig (Roermond) een doodlopende weg (cul-de-sac, keerweg) [N 90 (1982)] III-3-1
doodskist doodskist: doodskies (Roermond, ... ), kist: kies (Roermond, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3