e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopdekentje doopdeken: doupdèke (Roermond), doopdekentje: ein doupdéékentje (Roermond), doopsjaal: deupsjaal (Roermond) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopgetuige doopgetuige (zn.): duipgetuuge (Roermond) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: doupkleid (Roermond), duipkleid (Roermond), doopkleedje: deupkledje (Roermond), dô.pklɛtsjə (Roermond), informant: ou lang, ei kort  ein doupkleitje (Roermond), dooppon: dauppón (Roermond) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: duipkaers (Roermond) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: doupkepel (Roermond), duipkepel (Roermond) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmuts: daupmöts (Roermond), deupmeuts (Roermond), doupmùts (Roermond), doopmutsje: ein doupmötske (Roermond) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopsel doopsel: duipsel (Roermond) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopsprei doopsprei: duipsjrei (Roermond) de doopsprei [N 96D (1989)] III-2-2
doopvont doopvont: duipfont (Roermond), dô.pfű.nt (Roermond) doopvont [RND] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater doopwater: doupwater (Roermond), wijwater: wiewater (Roermond) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3