33731 |
dubbel sierhek |
poort:
port (L329p Roermond)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|
33963 |
dubbele lijn |
dubbel leidsel:
dø̜bǝl lęi̯tsǝl (L329p Roermond)
|
Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34]
I-10
|
31491 |
dubbelen |
dubbelen:
dø̜bǝlǝ (L329p Roermond)
|
Twee platen metaal op elkaar plaatsen ten einde ze aan elkaar vast te maken. Zie ook de lemmata "felsen", "klinken", etc. [N 66, 43; N 64, 97]
II-11
|
21608 |
dubbeltje |
dubbeltje:
döbbeltje (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
ein döbbeltje (L329p Roermond)
|
dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
en doef (L329p Roermond),
104
doe:f (L329p Roermond),
vgl. pag. 155: lachduif [lachdoe:f], a) Lachdoeve zeen gein reisdoeve.
dōē:f (L329p Roermond)
|
duif [GTRP (1980-1995)] || Duif. || Duif: duif.
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
doe:f (L329p Roermond),
doeve (L329p Roermond),
dōē:f (L329p Roermond)
|
duif
III-4-1
|
24140 |
duif, overige soorten |
reisduif:
rei:sdōē:f (L329p Roermond),
sierduif:
see:rdōū:f (L329p Roermond)
|
postduif || sierduif
III-4-1
|
32259 |
duig |
druif:
dr ̇ūf (L329p Roermond
[(meervoud: drūvǝ)]
),
plank:
plaŋk (L329p Roermond)
|
Elk van de gebogen platte stukken hout waaruit de wand van een kuip, ton of vat is samengesteld. Zie ook afb. 207. Volgens een invuller uit Tegelen (L 270) gebruikte de kuiper uit die plaats de benaming staaf (štāf) om een rechte duig aan te duiden. Een gebogen duig werd een duig (dø̜jx) genoemd. In het algemene spraakgebruik was echter het woord druif (drūf) gangbaar. [N E, 10; monogr.]
II-12
|
21171 |
duiker |
duiker:
duuker (L329p Roermond)
|
de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17666 |
duim |
duim:
doem (L329p Roermond),
dōēm (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
duim [N 10 (1961)]
III-1-1
|