e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eekhoorn eekhoorntje: eikeurke (Roermond), eikhörnke (Roermond), eikkörke (Roermond), eikäö:rke (Roermond), dim.  eikörke (Roermond), eekkatsje: veroud.  eik(a)etske (Roermond) eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhoorntje III-4-2
eelt, eeltknobbel eelt: eelt (Roermond), zwel: zjweel (Roermond, ... ), zwelknobbel: sjweelknoebel (Roermond) eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat zweelwratten: žwēlvratǝ (Roermond) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aanmerking maken afstraffen: aafsjtraovə (Roermond), foeteren: foetere (Roermond) iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)] III-1-4
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aaflaot verdeene (Roermond) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een april een april: 1-apr (Roermond) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een askruisje halen assekruisje halen: assekruutske haole (Roermond) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een baard maken baard maken: bārt mākǝ (Roermond) Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a] II-6
een bevel opvolgen luisteren: loestere (Roermond, ... ), loestərə (Roermond) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een borrel drinken een pitsen: eine pitsə (Roermond), jeppen: jeppe (Roermond), proeven: preuve (Roermond), preuvə (Roermond), preūve (Roermond) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3