24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eikeurke (L329p Roermond),
eikhörnke (L329p Roermond),
eikkörke (L329p Roermond),
eikäö:rke (L329p Roermond),
dim.
eikörke (L329p Roermond),
eekkatsje:
veroud.
eik(a)etske (L329p Roermond)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhoorntje
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
eelt:
eelt (L329p Roermond),
zwel:
zjweel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
zwelknobbel:
sjweelknoebel (L329p Roermond)
|
eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
zweelwratten:
žwēlvratǝ (L329p Roermond)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
18942 |
een aanmerking maken |
afstraffen:
aafsjtraovə (L329p Roermond),
foeteren:
foetere (L329p Roermond)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
aaflaot verdeene (L329p Roermond)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22483 |
een april |
een april:
1-apr (L329p Roermond)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
assekruutske haole (L329p Roermond)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
28512 |
een baard maken |
baard maken:
bārt mākǝ (L329p Roermond)
|
Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a]
II-6
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestere (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
loestərə (L329p Roermond)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20505 |
een borrel drinken |
een pitsen:
eine pitsə (L329p Roermond),
jeppen:
jeppe (L329p Roermond),
proeven:
preuve (L329p Roermond),
preuvə (L329p Roermond),
preūve (L329p Roermond)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|