e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een boterham smeren een boterham smeren: əm bo̞təram šmēͅərə (Roermond) smeren [RND] III-2-3
een cadeau geven schenken: sjinke (Roermond, ... ), sjinkə (Roermond) Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een ei ei: ē̜i̯ǝ (Roermond), ęi̯ (Roermond) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een ei afpellen afpellen: āfpɛlǝ (Roermond), pellen: pɛlǝ (Roermond), schellen: šɛlǝ (Roermond) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een ei schouwen luchten: løxtǝ (Roermond), schouwen: šǫu̯ǝ (Roermond) Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56] I-12
een gelofte doen gelofte doen: gelofte doon (Roermond) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3
een haan snijden kapuinen: kǝpūnǝ (Roermond), snijden: šnii̯ǝ (Roermond) Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.] I-12
een hond vleien aanhalen: WBD/WLD  áánhaolə (Roermond), flemen: ideosyncr.  flemen (Roermond) Hoe noemt u een hond vleien (fluren, flemen) [N 83 (1981)] III-2-1
een huis huren huren: huuren (Roermond) een huis huren [DC 35 (1963)] III-2-1
een inscriptie uitbijten uitetsen: ̇ūt˱ɛtsǝ (Roermond  [(van lichte ornamenten)]  ) Met behulp van een bijtende vloeistof en bijenwas een inscriptie in koper aanbrengen. Om een versiering in koper te etsen, werd eerst een laag bijenwas of kaarsenvet aangebracht waarin vervolgens met behulp van een scherp voorwerp een inscriptie werd gekrast. Daarna werd het voorwerp begoten met salpeterzuur. Op de plaatsen waar de bijenwas was weggekrast, beet het salpeterzuur in het koper terwijl de met bijenwas bedekte delen van het werkstuk onbehandeld bleven. (Kolle, pag. 11). [N 66, 38a-b] II-11