e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eenvoudige of armoedige woning krot: De aaj huuskes op de begienhaof ware maar krötjes In zo\'n krot zól ich neet wille wone  krot (Roermond) krot III-2-1
eenzaam alleen: allein (Roermond, ... ), alleìn (Roermond) alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)] III-3-1
eer aan de vader eer aan de vader: eer aan de vader (Roermond) Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)] III-3-3
eerherstellende communie vrijdagcommunie (<lat.): de vriedaag kemunie (Roermond) Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
eerlijk eerlijk: e:relik (Roermond), eerlik (Roermond, ... ) eerlijk || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
eerlijk in het spel eerlijk: eerlik (Roermond, ... ), ērlek (Roermond) Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)] III-3-2
eerste baardharen vleughaar: fluughaor (Roermond), vluughaor (Roermond), vluughoar (Roermond) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
eerste communie eerste communie (<lat.): eerste kemunie (Roermond) De eerste H. Communie. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste mis van de neomist eerste mis: eerste mis (Roermond) De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste nazwerm endeling: ɛnjǝleŋ (Roermond), tweede zwerm: twēdǝ žwɛrm (Roermond) De eerste nazwerm of met de voorzwerm meegerekend de tweede zwerm. Ze is kleiner dan de voorzwerm. Acht of tien dagen nadat de voorzwerm is weggevlogen, vliegt de tutende, nieuw uitgelopen en nog onbevruchte moer of koningin met een deel van het bijenvolk weg. In deze eerste nazwerm kunnen koninginnen zitten die allemaal nog onbevrucht zijn. Zij vormen ofwel nieuwe afsplitsingen ofwel zij bevechten elkaar op leven en dood, totdat er nog één koningin overblijft. Een volk kan slechts één koningin gebruiken. [N 63, 29c; N 63, 37b; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5; A 9, 6; monogr.] II-6