33256 |
klaver, algemeen |
klee:
klē (L329p Roermond)
|
De klaver- en klee-varianten in dit lemma vormen de verzamelnaam voor allerlei klaversoorten uit de familie van de Vlinderbloemigen. Klaver werd tot 1950 geteeld als groenvoer en als stoppelgewas. In de Nijmeegse lijst is niet naar de afzonderlijke soorten of naar de algemene naam gevraagd, alleen naar de benamingen voor verschillende oude klaversoorten. Hier zijn, naast de algemene naam in dit lemma, eerst enkele meestvoorkomende soorten apart behandeld en is tot slot een verzamellemma Andere Oude Klaversoorten toegevoegd. De scheiding in het Nijmeegse materiaal is achteraf aangebracht, op grond van de gewasnaam, de opmerkingen van de zegslieden en andere bronnen. Zie ook WBD.I, afl. 8, blz. 1408. [N 14, 83; JG 1a, 1b, 2b, 2c; A 4, 10; L 1, a-m; L B2, 348; L 20, 10; Wi 50; S 18; monogr.]
I-5
|
22747 |
klaveren in het kaartspel |
klaveren:
klevere (L329p Roermond),
Klee is troef.
klaveren (L329p Roermond),
kleveren (L329p Roermond),
kleen:
Klee is troef.
klee: (L329p Roermond)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - IV. Klaveren. [DC 52 (1977)] || Klaveren: klaveren.
III-3-2
|
28646 |
klaverhoning |
kleehoning:
klēhōneŋ (L329p Roermond)
|
Honing afkomstig van de klaverbloesem. Klaver is een zeer goede drachtbron, die uiteindelijk een heel fijne tafelhoning oplevert. De klaverhoning is geel van kleur en mild van smaak. [N 63, 112b; monogr.]
II-6
|
22396 |
klaverjassen (kaartspel) |
klaverjassen:
klaverjasse (L329p Roermond)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33262 |
klaverschoof |
schob:
šop (L329p Roermond)
|
Gemaaide klaver wordt, zoals gras, gedroogd voordat het wordt opgeslagen voor de winter. Zie voor het hooien aflevering I.3. Uitdrukkelijk wordt vermeld dat men de gemaaide klaver niet bindt in L 164, 268 (soms), 270, 289, 289a, 290, 325. Vergelijk ook de behandeling van de graanschoof in aflevering I.4. [N 15, 18g]
I-5
|
33261 |
klaverzaad |
kleezaadje:
klēzǭtjǝ (L329p Roermond)
|
Het zeer fijne zaad van klaver. In L 292 en 320a zegt men: ɛklaverzaad gaan verkopenɛ voor: "te biechten gaan".
I-5
|
18171 |
kledij, kleren |
kledage:
kleijaasj (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
kleijazje (L329p Roermond),
kleding:
kleiing (L329p Roermond),
kleijing (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
kleren:
kleier (L329p Roermond),
kleijer (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
(et kleid)
kleijer (L329p Roermond),
(t kleit)
kleijər (L329p Roermond),
t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]:
kleijer (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft.
pongele (L329p Roermond)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kledij || kleding || Kleding (algemeen). Wat is in uw dialect het algemene woord voor kleding heel in het algemeen? [DC 62 (1987)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18172 |
kleed |
kleder:
[mv. van kleed, rk]
kleider (L329p Roermond),
kleed:
kleid (L329p Roermond),
t kleid (L329p Roermond),
ət kleid (L329p Roermond),
ət kleit (L329p Roermond)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kleed
III-1-3
|
19677 |
kleerkast |
klederkast:
kleijerkas (L329p Roermond)
|
kleerkast
III-2-1
|
24446 |
kleerluis |
klederluis:
WLD
kleijerloes (L329p Roermond)
|
kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)]
III-4-2
|