e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koets (alg.) koets: koets (Roermond, ... ) een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)] III-3-1
koetsier koetsier: kutšēǝr (Roermond) Persoon die op de bok van een rijtuig zit en de paarden ment. [N 101, 2; Wi 15, monogr] I-13
koewachter, veeknecht scheper: šēpǝr (Roermond  [(gezegd van koeienhoeder)]  ), stalknecht: štal[knecht] (Roermond) De zweitser is de boerenknecht die, vooral op grote boerderijen met minstens 10 koeien (L 246), speciaal belast is met het melken en de verzorging van het rundvee. Wanneer het bedrijf voor zo''n speciale knecht te klein is wordt de zorg voor de koeien toevertrouwd aan een koewachter (koeherd, koejong; in het zuiden koeter, vatsji), meestal een aankomende knecht, pas van school, die de beesten meeneemt naar de wegbermen om ze daar te laten grazen. Van een koeter en vatsji in West-Haspengouw wordt ook gezegd dat hij (of zij) ook karweitjes in huis verricht, bijvoorbeeld in de keuken; vergelijk Kruijsen (1990) en het lemma "(hard) werken op de boerderij" (1.3.10). Bij koeherd in Q 6 wordt aangetekend: "hij kreeg alleen de kost en de klompen als loon". Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht algemeen" (1.3.12). [N M, 1b; JG 1b, 2c; A 48, 18b; L 26, 32b; monogr.] I-6
koffer koffer: kóffer (Roermond) koffer III-3-1
koffie koffie: kóffie branje E lood kóffie sjlappe, sjterke kóffie kóffie opsjödde: koffie zetten ne kóffie gaeve: koffiepartij met krentebrood, verschillende soorten vla, knapkook enz.  kóffie (Roermond) koffie III-2-3
koffie zetten koffie opschudden: de kóffie opsjödde: de koffie opschenken vgl. inschenken  de kóffie opsjödde (Roermond) opschenken III-2-3
koffiedik koffiedras: Ze goojde de kóffiedras in de pómpesjtein  kóffiedras (Roermond) koffiedik III-2-3
koffieloodje koffielood: kóffieloo:d (Roermond) blikken cilindertje om de hoeveelheid koffie die in de molen moet, af te meten III-2-1
koffiepot koffiepot: koffiepot (Roermond), kóffiepot (Roermond, ... ), koffietuit: koffietuit (Roermond) pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koffiezeef, koffiefilter koffiezijtje: kóffiezieke (Roermond) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1