e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kooppenning handgeld: handjgeldj (Roermond, ... ), hanjtgéljt (Roermond), sleutelgeld: sjleutəgéljt (Roermond) het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] III-3-1
koopwaar koopwaar: koupwaar (Roermond), spul: sjpul (Roermond), waar: waar (Roermond, ... ) die goederen die gekocht en verkocht kunnen worden [waar, koopwaar, spul, marchandise, kramerij, artikel] [N 89 (1982)] III-3-1
koorbank koorbank: koorbank (Roermond, ... ) Een koorbank: bank in het koorgestoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorgestoelte kanunnikenbanken: kannunikebank (Roermond), kennunekebenk (Roermond) Het koorgestoelte: het geheel van zitplaatsen op/in het koor, meestal bestaande uit oplopende banken, bestemd voor monniken of kanunniken. [N 96A (1989)] III-3-3
koorhemd koorhemd: koorhemp (Roermond) Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorkap koorkap: koorkap (Roermond) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorstoel koorzetel: koorzaedel (Roermond) Een koorstal of koorstoel: zetel of zitplaats in een koorbank van het koorge-stoelte. [N 96A (1989)] III-3-3
koorts koorts: kors (Roermond) koorts [RND] III-1-2
koorzanger zanger: zenger (Roermond) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koot koot: kōt (Roermond) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9